Uitgangspunten begroting 2020
De uitgangspunten voor de financiële begroting 2020 zijn:
- De basis voor de ramingen is de meerjarenraming 2019-2022, jaarschijf 2020, inclusief begrotingswijzigingen met structurele effecten tot en met de raadsvergadering van 8 juli 2019. Ook hebben we rekening gehouden met de structurele effecten uit de jaarrekening 2018.
- Voor algemene prijsstijging (inflatiecorrectie) is uitgegaan van 1,4%. Voor budgetten op basis van contracten, hanteren we de vastgelegde percentages.
- In het Centraal Economisch Plan (CEP), raming 2019, van het Centraal Planbureau (CPB) is 1,4% opgenomen als inflatiepercentage voor 2020. Voor ramingen voor energie, onderhoudscontracten, schoonhouden en uitbestede werkzaamheden op contractbasis, waarvoor de contracten al zijn afgesloten, is uitgegaan van de laatst bekende gegevens. Dit is conform bestendige gedragslijn.
- Als formatie geldt de toegestane formatie per 1 januari 2020.
- Voor loonkostenontwikkeling per 1 januari 2020 hanteren we 2,6% ten opzichte van de begroting 2019.
- De rente voor reserves en voor kapitaalverstrekkingen bedraagt 1,6%.
- De rente-omslag van de activa per 1 januari 2020 bedraagt 1,3%
- De gehanteerde rente bij de grondexploitatie bedraagt 1,7%
- Voor de opbrengst van de onroerende zaakbelasting (OZB) en voor de tarieven van de hondenbelasting is de geraamde opbrengst 1,4% (inflatiecorrectie). Voor de overige leges geldt een inflatiecorrectie van 1,4% op de geraamde opbrengst. Uitgangspunt voor riool- en afvalstoffenheffing is: volledig kostendekkend. Dit uitgangspunt vormt een bestendige gedragslijn.
- De ramingen voor de "open eind" regelingen zijn reëel.
- De uitgaven waarvan de BTW compensabel is via het BTW compensatiefonds of waar het ondernemers BTW betreft, zijn geraamd exclusief BTW.
Het geraamde aantal inwoners per 1 januari 2020 bedraagt 47.750.